Geschiedenis
De heerlijkheid "Goet van Nieuwenhove" hangt, samen met de heerlijkheid "Ter Priems", af van het "Oudkasteel van Kortrijk" en hoort bij het domein van de graaf van Vlaanderen.
De eerste teruggevonden vermelding van deze omwalde hoeve van 38 ha dateert van 1494. De oudste eigenaar is de familie Rosenbecca en de hoeve blijft ook in de latere eeuwen altijd in het bezit van adellijke families.
Ondertussen is "Nieuwenhove" volledig verdwenen onder de gebouwen van Spano/Unilin en onder het nieuwe bedrijventerrein "De Gouden Appel": De landgebouwen op het opperhof werden in 1893 afgebroken en het woonhuis werd in gebruik genomen als schuur. Het boerenhuis op het neerhof werd daardoor uitgebreid. In 1974 werden een aantal nieuwe landgebouwen toegevoegd en de omwalling gedeeltelijk gedempt. Het zogenaamde 'kasteel' verdween in 1977 door uitbredingsplannen van de nabijgelegen SpanoGroup.
Legende
Het woonhuis van de hoeve (vóór de afbraak nog enkel dienend als schuur) is tot op de dag van vandaag nog steeds gekend als 't Spookkasteel, een verblijfsoord van allerlei figuren uit sagen en legenden zoals witte wasvrouwen en kabouters. Met het verdwijnen van het kasteel werden zij dakloos en zouden er nog steeds ronddwalen.
- Volgens de legende kwamen de witte wasvrouwen lijkwaden wassen op de eerste lentenacht. In het maanlicht waren het spookachtige verschijningen en wie hen zag, zou in de loop van hetzelfde jaar nog sterven. De wasvrouwen waren eigenlijk lentegeesten. Het waren de dochters van Winter, die de lijkwade van hun vader kwamen wassen aan de waterkant. Hun houten kloppers waren van op een afstand hoorbaar. Wie de moed had om deze wasvrouwen voor de voeten te lopen, werd met de kloppers neergeslagen en in het water gegooid. De wasvrouwen waren immers zo verdrietig door de dood van hun vader dat ze de arme stervelingen die hun pad kruisten hetzelfde lot toebedeelden.
- De kabouters van Oostrozebeke waren 'rode mannekes', die 's nachts rondom het Spookkasteel een hele tas graan of hooi dorsten. Eén van die kabouters was Wiemke en woonde op de zolder van het Spookkasteel. Telkens iemand iets nodig had van de zolder, gooide Wiemke het dubbele naar beneden. Zo gooide hij zes bundels stro terwijl er maar drie gevraagd werden. De kinderopvang in het centrum van Oostrozebeke is vernoemd naar deze kabouter.