(Brand)veiligheid en vuurwerk

Verzekering

Als organisator van een evenement ben je zelf verantwoordelijk voor het aanvragen en betalen van een verzekering.
Een verzekering kan je afsluiten voor brand, voor burgerlijke aansprakelijkheid van de medewerkers, voor lichamelijke ongevallen van deelnemers, ...

Vuurwerk

Het is verboden, zowel op de openbare weg als op private domeinen, binnenplaatsen en op alle plaatsen die palen aan de openbare weg, om het even welk vuurwerk, wensballonnen of lampionnen af te steken. 

De burgemeester kan een machtiging verlenen om feestvuurwerk af te steken. Vreugdesalvo’s zijn enkel toegelaten door middel van feestvuurwerk.

Er is geen machtiging nodig van de burgemeester voor het afschieten van feestvuurwerk in de nacht van 31 december van 21 u. tot 2 u.

Brandveiligheid

Art. 218: blusmiddelen

§ 1. Snelblussers

Publiek toegankelijke en tijdelijke inrichtingen

In de inrichting moet minstens een aangepast snelblustoestel opgehangen (in tijdelijke inrichtingen en tenten op goed aangeduide plaatsen voorzien) worden met een minimum inhoud van één bluseenheid per bouwlaag en per 150 m² vloeroppervlakte.

Bij mobiele en tijdelijke drank- en voedselbereidingen dient in de onmiddellijke omgeving een aangepast blustoestel aanwezig te zijn.

Ter hoogte van een elektrisch bord dient een CO2-blustoestel te worden opgehangen.

§ 2. Aanduiding en bereikbaarheid blusmiddelen

De blusmiddelen moeten duidelijk aangeduid worden met de conventionele pictogrammen (koninklijk besluit van 17 juni 1997 inzake veiligheidssignalering). De toestellen moeten in goede staat van onderhoud verkeren en vlot bereikbaar zijn zodat ze steeds gebruiksklaar zijn.

Het is niet toegelaten goederen te stapelen in de zones voor de blusmiddelen (snelblussers, haspels, hydranten).

§ 3. Vuurbestendig deken

Publiek toegankelijke en tijdelijke inrichtingen

Bij de keukenactiviteiten moet een vuurbestendige deken opgehangen worden. Per inrichting voor bakken, braden en frituren dient dit te zijn voorzien.

§ 4. Het brandbestrijdingsmateriaal moet goed onderhouden zijn, recent gekeurd (minstens jaarlijks), duidelijk gesignaleerd, gemakkelijk bereikbaar en oordeelkundig verdeeld zijn. Het moet steeds onmiddellijk in werking kunnen gesteld worden.

Art. 220

Tijdelijke inrichtingen

De bekleding- en versieringsmaterialen moeten minstens aan volgende voorwaarden voldoen:

· plafond en tentzeilen: A2;

· wanden en panelen: A3;

· vloeren: A4.

Art. 221

Publiek toegankelijke en tijdelijke inrichtingen

Naast de periodieke controles dient voor de aanvang van elke activiteit de goede werking en bruikbaarheid nagegaan van waarschuwing en alarm, detectie, veiligheidsverlichting, blusmiddelen en (nood)uitgangen.  De registratie van deze controles dient te gebeuren in een register, voor te leggen aan de veiligheidsdiensten.

10.Uitbatingsvoorschriften

Art. 222: verzekering objectieve aansprakelijkheid

Publiek toegankelijke en Tijdelijke inrichtingen:

Ingeval de inrichting valt onder het toepassingsgebied van de wet van 30 juli 1979 en zijn uitvoeringsbesluiten, moet een verzekering objectieve aansprakelijkheid afgesloten worden.

Art. 223: brandinstructies

Publiek toegankelijke en tijdelijke inrichtingen:

Voor de aanwezigen (bewoners, personeel, gasten,...) moeten de nodige brandinstructies beschikbaar zijn, onder meer wat betreft het bestaan en het gebruik van de verschillende vluchtwegen, de brandbestrijdingsmiddelen, de waarschuwing- en alarminstallatie,...

Deze instructies moeten op oordeelkundig gekozen plaatsen opgehangen worden en voor de tijdelijke inrichtingen en tenten overhandigd worden in een briefing aan de medewerkers.

Alle medewerkers (organisatie, stewards, hulpdiensten, …) moeten een duidelijke briefing ontvangen die minimaal volgende richtlijnen bevat:

· het gebruik en de locatie van de brandbestrijdingsmiddelen;

· de richtlijnen en afspraken in geval van een incident (gewonde, vechtpartij) of brand;

· de locatie van de verschillende uitgangen en nooduitgangen;

· de afspraken in verband met het vrijhouden van de nooduitgangen;

· de afspraken in verband met een eventuele evacuatie;

· de verdeling voor het openen van de nooduitgangen onder de medewerkers bij een evacuatie. (evacuatieplan);

· de procedure voor het verwittigen van de externe hulpdiensten (112/101). Deze oproepnummers zullen op belangrijke punten of in de nabijheid van telefoontoestellen duidelijk zichtbaar opgehangen worden;

· de gsm-nummers van de verantwoordelijken.

Een afschrift van deze briefing wordt bij het meldingsformulier gevoegd.

De DJ krijgt een voorgeschreven tekst met de maatregelen die moeten genomen worden bij een eventuele evacuatie of noodsituatie:

· blijf zelf rustig en zaai geen paniek;

· stop onmiddellijk de muziek;

· steek alle lichten aan;

· vraag de bezoekers de inrichting rustig te verlaten via de dichtstbijzijnde nooduitgang;

· herhaal indien nodig.

Art. 224: evacuatie

Publiek toegankelijke en tijdelijke inrichtingen:

Het is niet toegelaten enig voorwerp te plaatsen dat de doorgang kan belemmeren naar of de nuttige breedte kan beperken van evacuatiewegen, trappen en (nood)uitgangen. In het bijzonder moeten zeilen, doeken, en dergelijke de vrije doorgang van (nood-)uitgangen steeds volledig garanderen. De vluchtdeuren moeten ongesloten zijn zolang publiek of personeel aanwezig is.

Art. 225: open vuren

Publiek toegankelijke en tijdelijke inrichtingen:

Elke vorm van open vuur is verboden.

Art. 226: voorkoming van brand

Publiek toegankelijke en tijdelijke inrichtingen:

Alle installaties of voorwerpen die warmte kunnen genereren, voldoende om tot een ontbranding te komen, moeten op een voldoende afstand van brandbare stoffen en materialen gehouden worden zodat brandgevaar voorkomen wordt.

Op de plaatsen waar roken toegelaten is, dienen alle voorzorgen genomen om brandrisico’s hierdoor te vermijden. Daar zullen een voldoende groot aantal veilige asbakken ter beschikking gesteld worden. Zijn dienen geledigd in een metalen recipiënt, voorzien van een goed sluitend metalen deksel. In de lokalen toegankelijk voor het publiek mogen geen vuilnis, afval, afgedankte voorwerpen of producten vergaard worden. Zij moeten op regelmatige tijdstippen verwijderd worden, zeker bij het beëindigen van de manifestatie.

Art. 227: bezetting

Publiek toegankelijke en tijdelijke inrichtingen:

De uitbater moet op ieder ogenblik de juiste bezetting kunnen opgeven/aantonen.

Art. 228: EHBO

Tijdelijke inrichtingen:

Er dient een verbandkoffer, welke de noodzakelijke elementaire benodigdheden voor het verstrekken van de eerste zorgen bevat, ter beschikking te zijn. Een permanent bemande hulppost is vereist vanaf 1000 bezoekers. Deze dient duidelijk zichtbaar te worden opgesteld of aangeduid.